Kanaaldijk-Noord 1, 5613 DH, Eindhoven
+31 (0) 40-2452555

Advies Raad van State over het wetsvoorstel herziening partneralimentatie

07 oktober 2016   mw. mr. Maas-van Weert

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamer strekkende tot herziening van het partneralimentatiestelsel. Eerder schreef ik hier een artikel over op deze website.De Raad van State adviseert (kortweg) om het initiatiefwetsvoorstel te heroverwegen.

Spanning met de maatschappelijke realiteit
De Afdeling advisering merkt op dat de initiatiefnemers uitgaan van een situatie die ver verwijderd is van de huidige maatschappelijke realiteit. Uit onderzoek blijkt dat vrouwen op het moment van scheiding vaak een grote achterstand op de arbeidsmarkt hebben en dat ook na huwelijk de verdeling van zorgtaken in de meeste gevallen niet gelijk is. Initiatiefnemers gaan er in het initiatiefwetsvoorstel echter van uit dat de alimentatiegerechtigde binnen korte tijd na de echtscheiding weer volledig in eigen levensonderhoud kan voorzien.

Berekeningssystematiek
De wijze van berekening voor partneralimentatie wordt in het initiatiefwetsvoorstel gebaseerd op het verschil tussen de ‘verdiencapaciteit’ van partners bij het sluiten van het huwelijk en op het moment van indienen van het echtscheidingsverzoek. Als de verdiencapaciteit bij echtscheiding lager is dan bij sluiting van het huwelijk, dan ontstaat een recht op partneralimentatie. De Afdeling advisering merkt op dat dit in een groot aantal gevallen ertoe zal leiden dat er geen recht op partneralimentatie bestaat. Dit kan leiden tot schrijnende situaties. De basis voor de voorgestelde berekening van partneralimentatie is de vaststelling van het inkomen. De Afdeling advisering is van mening dat het lang niet altijd simpel is om op grond van het initiatiefwetsvoorstel het inkomen vast te stellen. Dit komt door het grote aantal variabelen dat bij het inkomen een rol speelt. Zo is bijvoorbeeld niet omschreven wat bedoeld wordt met ‘inkomen’, roept het begrip ‘incidentele inkomsten’ vragen op en is onduidelijk hoe het inkomen van een ondernemer moet worden vastgesteld.

Beperking in duur
De initiatiefnemers stellen voor de partneralimentatie sterk in duur te beperken, tot maximaal 5 jaar. Op die maximumduur zijn slechts enkele uitzonderingen mogelijk. Bij het beperken van de duur van de partneralimentatie is het naar het oordeel van de Afdeling advisering van belang om rekening te houden met het feit dat nog steeds vooral vrouwen tijdens het huwelijk en na echtscheiding de zorg voor de kinderen hebben. Door (veel) minder te gaan werken na het krijgen van kinderen kunnen vrouwen vaak de reeds verworven positie op de arbeidsmarkt niet behouden en is het voor hen minder eenvoudig om die positie opnieuw te krijgen. De voorgestelde algemene beperking van de alimentatieduur, houdt hier onvoldoende rekening mee. Ook mist de Afdeling advisering een voorziening voor langdurige huwelijken waarbij het nog langer dan 10 jaar duurt voor de alimentatiegerechtigde recht heeft op AOW.

Heroverweging noodzakelijk
De Afdeling advisering merkt op dat de toelichting onvoldoende duidelijk maakt in hoeverre het initiatiefwetsvoorstel bijdraagt aan de oplossing van de gesignaleerde problemen. De initiatiefnemers motiveren niet waarom dit initiatiefwetsvoorstel zal leiden tot minder procedures over partneralimentatie. Het is ook zeer de vraag of ex-echtgenoten op basis van de nieuwe berekeningssystematiek wel in staat zullen zijn zelf te berekenen wat zij aan partneralimentatie moeten betalen. De limitering van de duur van partneralimentatie in combinatie met de voorgestelde berekeningssystematiek zal bovendien naar verwachting tot schrijnende situaties leiden. Dit wordt nog versterkt door de beperkte wijzigingsmogelijkheden waardoor het voorgestelde systeem weinig ruimte laat voor maatwerk.

Conclusie

Om deze redenen adviseert de Afdeling advisering het initiatiefwetsvoorstel en in het bijzonder de voorgestelde berekeningssystematiek en de (wijze van) beperken in duur te heroverwegen. De Afdeling advisering maakt verder opmerkingen over de gevolgen van het initiatiefwetsvoorstel voor de besteding van publieke middelen en adviseert daarnaast het initiatiefwetsvoorstel op een groot aantal andere punten aan te passen.

bron: https://www.raadvanstate.nl/adviezen/samenvattingen/tekst-samenvatting.html?id=408

Houben & van Dijck