Kanaaldijk-Noord 1, 5613 DH, Eindhoven
+31 (0) 40-2452555

VOG afgewezen? Maak bezwaar!

21 februari 2017   mr. J.J.L. Paijmans

Allereerst is het van belang om enkele feiten op een rijtje te zetten met betrekking tot de Verklaring Omtrent Gedrag (VOG), daar er veel onduidelijkheden bestaan omtrent het al dan niet kunnen verkrijgen van deze verklaring.

In steeds meer functies en bij steeds meer bedrijven is het bij aanvang van een nieuw dienstverband, of zelfs na enkele jaren tijdens eenzelfde dienstverband, noodzakelijk om een VOG te overleggen. Niet alleen in het geval van betaalde functies maar ook bij bepaald vrijwilligerswerk dient een VOG te worden overgelegd. Veelal heerst de gedachte onder minderjarigen, máár ook zeker onder volwassenen, dat indien men een overtreding of misdrijf heeft begaan in geen geval nog een VOG wordt afgegeven. Dit is ten onrechte.

In sommige gevallen is een werkgever verplicht een VOG van zijn (nieuwe) werknemer te verlangen. Overigens is dit in veel gevallen ook helemaal niet verplicht. In bijvoorbeeld de taxi-sector, de kinderopvang-sector maar bijvoorbeeld ook de zorg- en onderwijssector is een VOG verplicht. De screening voor een VOG wordt gebaseerd op een objectief en een subjectief criterium. Ten eerste wordt bekeken of binnen de terugkijktermijn een voor de functie relevant strafbaar feit is gepleegd en ten tweede wordt een belangenafweging gemaakt.

De terugkijktermijn voor volwassenen betreft doorgaans ongeveer 4 jaar. In het geval van jongeren onder de 23 wordt doorgaans een termijn van ongeveer 2 jaar gehanteerd. Mocht het begane feit overigens een ernstig geweldsmisdrijf of een zedenmisdrijf betreffen wordt een langere terugkijktermijn gehanteerd. Ook voor de verplichte beroepssectoren wordt een langere terugkijktermijn gehanteerd van 5, 8, 10 of zelfs 30 jaar.

Relevante overtredingen en misdrijven kunnen bestaan uit veroordelingen, maar ook door het OM aangeboden en vervolgens geaccepteerde transacties, strafbeschikkingen, openstaande zaken en bepaalde sepots.

Beoordeeld wordt of het begane feit relevant is voor de functie die men wenst te bekleden. De risico’s worden aldus ingekaderd ten aanzien van die specifieke functie, waarbij ook de eventuele kans op herhaling van het begaan van zo eenzelfde feit wordt meegenomen. Voorts zijn de eventuele gevolgen voor de uitvoering van die functie en de eventuele gevolgen voor de maatschappij ook relevant. Zo zal bijvoorbeeld iemand die is veroordeeld voor witwassen niet snel een VOG krijgen om een functie binnen een bank te bekleden en iemand die veroordeeld is voor verkeersongevallen (dronken rijden) zal niet snel een VOG krijgen als hij als taxichauffeur zou willen gaan werken.

Tot slot resteert het subjectieve criterium, de belangafweging, waarbij de vraag wordt gesteld wat zwaarder weegt, het risico voor de maatschappij of het belang van de aanvrager. Deze vraag dient te worden beantwoordt op basis van alle omstandigheden van het geval. Mocht deze vraag niet in uw voordeel worden beantwoordt is het dan ook aan te raden om een advocaat in te schakelen die kan beoordelen of het maken van bezwaar zinvol zou kunnen zijn.

Meer informatie 

Mocht uw verzoek om een VOG worden afgewezen, om welke reden dan ook, neem dan gerust contact met ons op. Wij zullen voor u beoordelen of het zinvol zou kunnen zijn om in bezwaar te gaan tegen deze beslissing en mocht dat zo zijn, het bezwaar namens u opstellen en indienen.

Houben & van Dijck