Kanaaldijk-Noord 1, 5613 DH, Eindhoven
+31 (0) 40-2452555

Gezag

 

Gezag

In Nederland staan alle minderjarigen onder gezag. Meestal oefenen de ouders samen het gezag uit. Maar ook één ouder of een ouder met iemand anders samen of een voogd (een ander dan een ouder) kan het gezag over een kind uitoefenen.

Het ouderlijk gezag omvat de plicht en het recht van de ouder om zijn minderjarige kind te verzorgen en op te voeden. Door het ouderlijk gezag krijgen de ouders een aantal bevoegdheden die nodig zijn voor de verzorging en opvoeding van hun kind. De ouders bepalen bijvoorbeeld de verblijfplaats van het kind, de school en welke medische behandelingen het kind ondergaat.

Minderjarigen komen bij hun geboorte automatisch onder gezag te staan van de moeder, van beide ouders (als zij zijn gehuwd of een geregistreerd partnerschap hebben), of van de moeder en een ander dan een ouder met wie de moeder is gehuwd of een geregistreerd partnerschap heeft. Als de ouders niet zijn getrouwd en hun partnerschap niet hebben geregistreerd, is alleen de moeder belast met het ouderlijk gezag. Gezamenlijk gezag door beide ouders ontstaat na de geboorte dan alsnog als de ouders een huwelijk of geregistreerd partnerschap aangaan, of wanneer zij het gezamenlijk gezag op hun beider verzoek laten aantekenen in het gezagsregister.

Na de geboorte van een kind breekt een drukke tijd aan. Veel ouders die niet zijn getrouwd en geen geregistreerd partnerschap hebben, vergeten hierdoor om een aantekening in het gezagsregister te laten plaatsen, waardoor zij samen belast worden met het ouderlijk gezag. Vaak komt dit pas aan het licht als de ouders uit elkaar gaan. Alleen de moeder is dan van rechtswege belast met het ouderlijk gezag. Als de moeder dan niet meer bereid is om mee te werken aan een aantekening in het gezagsregister, kan de vader een verzoek bij de Rechtbank indienen tot het verkrijgen van gezamenlijk gezag.

Als ouders uit elkaar gaan blijft de gezagssituatie ongewijzigd. Ouders die tijdens het huwelijk of tijdens de relatie samen met het gezag belast waren, blijven dat na de echtscheiding of de verbreking van de relatie. Soms is dat niet wenselijk, bijvoorbeeld wanneer een ouder na de scheiding naar het buitenland vertrekt en niet meer bereikbaar is. De andere ouder kan dan tegen praktische problemen aanlopen, bijvoorbeeld bij de aanvraag van een reisdocument. Hiervoor is bij gezamenlijk gezag immers de toestemming van beide ouders nodig. In bepaalde gevallen kan er dan een verzoek tot eenhoofdig gezag worden ingediend bij de Rechtbank.

Ouders die uit elkaar gaan en samen zijn belast met het ouderlijk gezag, zijn na de scheiding of de verbreking van hun relatie volgens de wet verplicht om een ouderschapsplan op te stellen. In het ouderschapsplan maken zij afspraken over hoe zij de verzorging en opvoeding van hun kind na de scheiding vorm zullen geven. In het ouderschapsplan worden bijvoorbeeld de afspraken over de hoofdverblijfplaats van het kind, de omgangsregeling en de kinderalimentatie vastgelegd.

Ondanks het feit dat de ouders bij de scheiding of de verbreking van hun relatie afspraken maken over het ouderschap, komt het regelmatig voor dat ouders het niet eens kunnen worden over een bepaalde beslissing, bijvoorbeeld een beslissing over een schoolkeuze, een verhuizing van het kind of een medische behandeling van het kind. Eén van de ouders kan de Rechtbank dan vragen om een beslissing te nemen over de betreffende gezagskwestie. De Rechtbank neemt dan een beslissing die volgens de Rechtbank het meest in het belang van het kind is.

Als u een vraag heeft over het bovenstaande, kunt u uiteraard contact met ons opnemen. Onze familierechtadvocaten staan u graag te woord. U kunt ons bereiken via telefoonnummer 040-2452555, per e-mail (info@hvdadvocaten.nl) of via het contactformulier op de homepage.

 

 

Houben & van Dijck