Nieuwe kindregelingen geen verbetering
29 december 2014 mr. W.S. van Weert & mr. E. Kweens
Op 1 januari 2015 treedt de nieuwe Wet Hervorming Kindregelingen in werking. Met deze wet zal het kabinet een aantal bestaande kindregelingen afschaffen en worden een aantal nieuwe kindregelingen geïntroduceerd. Het doel van het kabinet is om de regelingen rondom de kosten voor kinderen eenvoudiger te maken, alsook om ervoor te zorgen dat werken meer loont. De nieuwe wetgeving heeft grote gevolgen voor de wijze waarop per 1 januari 2015 de kinderalimentatie wordt vastgesteld. In onze visie niet per se een verbetering ten opzichte van het oude systeem en al zeker niet een vereenvoudiging.
Voor een goed begrip van de nieuwe wetgeving en de gevolgen hiervan voor de praktijk is het van belang om even kort uiteen te zetten hoe kinderalimentatie wordt vastgesteld. Kinderalimentatie wordt vastgesteld aan de hand van de behoefte van de kinderen en de draagkracht van de ouders. De vraag is dus wat de kinderen kosten en wat de ouders kunnen betalen. De overheid draagt ook bij aan de kosten van de kinderen. Tot een bepaald maximuminkomen kunnen ouders aanspraak maken op kindgebonden budget, een toeslag van de overheid bedoeld voor de kosten van de kinderen. De behoefte van de kinderen wordt vastgesteld aan de hand van Nibud-normen. Om het deel dat de ouders nog moeten betalen vast te stellen, wordt de behoefte op basis van de Nibud-norm verminderd met het kindgebonden buget dat ouders van de overheid ontvangen. Wat resteert betalen de ouders zelf. In feite wordt tot op heden dus een deel van de kosten van de kinderen door de overheid betaald -in de vorm van het kindgebonden budget van maximaal € 84,– per kind maand- en het overgrote deel door de ouders zelf.
Per 1 januari 2015 vinden er diverse (fiscale) wijzigingen plaats. Voor de vaststelling van kinderalimentatie is vooral relevant dat de alleenstaande ouderkorting en het fiscale voordeel levensonderhoud voor kinderen, komen te vervallen. Hiervoor in de plaats wordt de ‘alleenstaande ouderkop’ ingevoerd. De alleenstaande ouderkop is een extra bijdrage van de overheid bovenop het al bestaande kindgebonden budget. De alleenstaande ouderkop bedraagt maximaal € 3.050,–per jaar in 2015. De alleenstaande ouderkop is inkomensafhankelijk, wat betekent dat de bijdrage van de overheid hoger is naar mate het inkomen van de alleenstaande ouder lager is.
De Expertgroep Alimentatienormen -een groep rechters die beleid maakt op het gebied van alimentatierecht- heeft inmiddels bekend gemaakt dat vanaf 1 januari 2015
óók de alleenstaande ouderkop in mindering strekt op de behoefte van kinderen. Waar voorheen alleen het kindgebonden budget in mindering werd gebracht op de behoefte van kinderen, wordt vanaf 1 januari aanstaande dus ook de alleenstaande ouderkop afgetrokken van de behoefte.
De vraag rijst echter of het kabinet wel rekening heeft gehouden met de neveneffecten van deze wetgeving in de praktijk. Omdat de alleenstaande ouderkop in mindering strekt op de behoefte van de kinderen worden de kosten van de kinderen vanaf januari 2015 grotendeels -en in sommige gevallen zelfs volledig- door de overheid betaald. Het eigen aandeel van de ouders wordt daardoor een stuk lager of in sommige gevallen zelfs nihil. Kortom, in sommige gevallen hoeven de ouders geen alimentatie meer te betalen voor hun kinderen omdat de overheid alle kosten van de kinderen voor haar rekening heeft genomen in de vorm van het kindgebonden budget en de alleenstaande ouderkop. Zelfs als de ouders voldoende geld hebben om een alimentatiebijdrage te betalen!
Bovendien is de alleenstaande ouderkop bedoeld om de alleenstaande ouder tegemoet te komen, deze moet immers vaak de zorg voor de kinderen, het huishouden en het werk allemaal zien te combineren. In de praktijk blijkt echter dat in veel situaties de alleenstaande ouder er netto op achteruit zal gaan omdat de alleenstaande ouderkorting komt te vervallen en de kinderalimentatie wordt verlaagd of zelfs geheel komt te vervallen. Het doel van de regeling wordt dus allerminst bereikt.
Het ministerie heeft inmiddels laten weten zich te realiseren dat het verlagen of ontbreken van de behoefte een gevolg kan zijn van de nieuwe kindregelingen. Wij voorzien dat de Rechtbanken in 2015 overspoeld zullen worden met wijzigingsprocedures als gevolg van deze nieuwe wetgeving. Alimentatie betalende ouders kunnen in 2015 vrij eenvoudig om wijziging van de alimentatiebijdrage vragen omdat enerzijds het eigen aandeel van de ouders in de kosten van de kinderen veelal lager wordt door de invoering van de alleenstaande ouderkop en anderzijds omdat het fiscaal voordeel dat de alimentatie betalende ouder kan ontvangen komt te vervallen. Dit is rechtstreeks van invloed op hetgeen hij of zij kan betalen.
Een vereenvoudiging van het systeem is de nieuwe Wet Hervorming Kindregeling in onze visie zeker niet en dat de nieuwe wetgeving grote gevolgen zal hebben voor de praktijk is evident. Wij vragen ons af of het kabinet de kans op een stortvloed aan wijzigingsprocedures heeft voorzien bij het ontwerp van de nieuwe kindregelingen. De Tweede Kamer heeft zich dit kennelijk ook gerealiseerd aangezien er op 9 december jl. kritische Kamervragen zijn gesteld. Daarnaast draagt de overheid in het nieuwe systeem erg veel bij aan de kosten van kinderen van alleenstaande ouders terwijl in onze visie primair de ouders verantwoordelijk zijn voor de kosten van de kinderen en niet de overheid.
Bovendien signaleren wij nog een ander neveneffect dat kennelijk door het kabinet over het hoofd is gezien. In de praktijk blijkt namelijk dat de onderlinge verstandhouding tussen ouders vaak wordt aangetast door discussies over de hoogte van de alimentatie. Nu de nieuwe wetgeving aanleiding geeft voor wijzigingsprocedures en wij ook verwachten dat ouders hier massaal gebruik van zullen gaan maken, bestaat in onze visie het risico dat de verstandhouding tussen de ouders verslechtert en de kinderen dus uiteindelijk de rekening zullen betalen.
Meer informatie?
Indien u meer informatie over dit onderwerp wenst, kunt u contact opnemen met ons kantoor.