Strafbaar feit
In het Nederlandse strafrecht wordt onderscheid gemaakt tussen overtredingen en misdrijven. In het Wetboek van Strafrecht zijn hiervoor twee verschillende afdelingen opgenomen en in de bijzondere strafwetten zoals de Opiumwet, de Wegenverkeerswet en de Wet Wapens en Munitie staat per strafbaar gesteld delict of het een overtreding of misdrijf betreft.
Overtredingen zijn over het algemeen minder zwaar dan misdrijven. Overtredingen zijn bijvoorbeeld door een rood verkeerslicht of te hard rijden, openbare dronkenschap, heimelijk cameratoezicht, vandalisme en wildplassen.
Misdrijven zijn in verschillende categorieën onder te verdelen, zoals:
- Geweldsdelict; bedreiging, mishandeling, doodslag, moord
- Vermogensdelict; heling, diefstal
- Drugsfeit; drugs telen, vervoeren, handelen
- Verkeersdelict; onder invloed van verdovende middelen rijden, verlaten plaats ongeval, ernstige verkeersongevallen
Afhankelijk van de aard en ernst van het misdrijf of de overtreding, wordt de zaak door een kantonrechter, de politierechter of de meervoudige kamer behandeld. Hiervoor wordt verwezen naar de ‘strafrechter’.
Ook wordt onderscheid gemaakt hoe melding wordt gemaakt van de overtreding dan wel misdrijf op je strafblad. Een verdenking van een misdrijf wordt altijd genoteerd op je strafblad. Overtredingen komen pas op je strafblad als justitie hierover een formele beslissing heeft genomen. Bovendien worden niet alle overtredingen op je strafblad vermeld. Dit hangt af van de hoogte van je boete en van de aard van de overtreding.