Wet Lesbisch ouderschap
06 januari 2017 mw. mr. Maas-van Weert
Mogelijkheden voor de meemoeder na de wetswijziging in april 2014 om juridisch moeder te worden
In april 2014 is de Wet Lesbisch ouderschap ingevoerd. Waar voorheen het moederschap van de meemoeder (de vrouwelijke partner van de biologische moeder) alleen tot stand kon komen door adoptie van het kind, kan de meemoeder tegenwoordig het kind voor of na de geboorte ook erkennen. Na de erkenning kan er vervolgens ook gezamenlijk gezag worden aangevraagd. In die zin verschilt de rechtspositie van een meemoeder die niet met de biologische moeder is getrouwd niet langer van de positie van de biologische vader die niet met de moeder is getrouwd. Indien de meemoeder getrouwd is of een geregistreerd partnerschap heeft met de moeder, wordt zij automatisch de moeder van het kind indien het kind tijdens het huwelijk of het geregistreerd partnerschap wordt geboren en er sprake is van een onbekende zaaddonor. Ook in zoverre verschilt de juridische positie niet langer met de positie van de biologische vader. De mogelijkheden voor de meemoeder om moeder te worden zijn in 2014 dus fors verruimd en komen tegemoet aan de maatschappelijke wens om het lesbisch ouderschap eenvoudiger te maken.
Erkenning is een eenvoudige en tamelijk goedkope manier om het moederschap van de meemoeder te bewerkstelligen. In die zin biedt de nieuwe wetgeving dus een uitkomst om het lesbisch ouderschap eenvoudig en buiten de Rechtbank om tot stand te brengen. Stellen die voor deze optie kiezen moeten zich echter wel bewust zijn van het feit dat door het kind te erkennen er ook andere (onwenselijke) gevolgen kunnen ontstaan die voorheen -vanwege de verplichte adoptie- niet mogelijk waren.
Erkenning kan namelijk ongedaan worden gemaakt, zowel door de ouders als door het kind. De wet geeft de mogelijkheid om de erkenning van een kind te vernietigen indien vast komt te staan dat er geen sprake is van biologisch verwantschap. Deze mogelijkheid bestaat dus óók voor lesbisch ouderschap dat door erkenning is ontstaan. Nu de meemoeder veelal niet de biologische moeder van het kind is, is de grond voor de vernietiging soms eenvoudig gevonden. In dit kader dient ook in ogenschouw te worden genomen dat een zaaddonor in sommige gevallen ook het recht heeft om het kind te erkennen. De erkenning van de meemoeder kan dus (ook tegen de zin van de andere moeder) ongedaan worden gemaakt door de zaaddonor. Bij adoptie speelt dit probleem niet.
Bovendien is Nederland vooruitstrevend op het gebied van Lesbisch (en homoseksueel) ouderschap. Dit is niet in alle landen zo. Waar het lesbisch moederschap in Nederland eenvoudig kan worden bewerkstelligd geldt dit dus niet voor alle landen. Het is niet vanzelfsprekend dat het moederschap dat op deze wijze tot stand is gekomen, ook wordt erkend in andere landen. Adoptie daarentegen wordt in vrijwel alle landen ter wereld juridisch erkend.
Of er nu wordt gekozen voor erkenning of adoptie, in alle gevallen wordt de meemoeder de juridische ouder van het kind. De rechten en plichten die een juridische vader toekomen, komen dus ook toe aan de juridische (mee)moeder. In zoverre is de positie van lesbische stellen dus sterk verbeterd door invoering van de wet.
Meer informatie
Wilt u meer informatie over lesbisch ouderschap, dan kunt u contact opnemen met Houben & Van Dijck Advocaten