Niet eens met de beslissing op bezwaar?
Als u bezwaar tegen een beslissing van een bestuursorgaan heeft ingediend, dient het bestuursorgaan een beslissing op dat bezwaar te nemen. Maar wat nou als u het ook met de beslissing op bezwaar niet eens bent? Kunt u dan nog iets doen? Het antwoord daarop luidt bevestigend. Ja, u kunt dan naar de bestuursrechter. Afhankelijk van waar uw zaak over gaat, start u een beroepsprocedure bij de rechtbank, het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), de Centrale Raad van Beroep (CRvB) of de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (RvS).
Nadat uw bezwaar is afgewezen door het bestuursorgaan, kunt u een beroepschrift indienen bij de bevoegde beroepsinstantie (rechtbank, CBb, CRvB of RvS). Het is niet verplicht om daarvoor een advocaat in te schakelen. Let wel, indien u in beroep wenst te gaan, is daar een strikte termijn aan verbonden. Het beroepschrift dient (over het algemeen) binnen zes weken nadat uw bezwaar is afgewezen te zijn ontvangen. Let dus altijd goed op de datum van de beslissing op uw bezwaar, zodat u indien gewenst tijdig in beroep kunt komen tegen de beslissing op bezwaar en ontvankelijk bent in de procedure. Het beroepschrift dient gedateerd en ondertekend te zijn en dient eveneens uw naam en adres te bevatten, alsmede het besluit waartegen u in beroep gaat, een toelichting waarom u het niet eens bent met de beslissing van het bestuursorgaan en wat de beslissing volgens u moet zijn. Zorg er ook voor dat u de benodigde stukken meestuurt, zoals de beslissing op bezwaar waarvan u in beroep komt en de eventuele stukken waarmee u uw standpunt kunt onderbouwen.
Nadat u – tijdig – in beroep bent gekomen en de bevoegde instantie uw beroepschrift heeft ontvangen, zal deze instantie het bestuursorgaan informeren over de beroepsprocedure en mag het bestuursorgaan een verweerschrift indienen. Het bestuursorgaan krijgt hiervoor een termijn en u zult te zijner tijd van de bevoegde instantie een kopie van het verweerschrift ontvangen. Nadat alle benodigde stukken van alle partijen zijn ontvangen, zal de rechter bepalen of de zaak ter zitting moet worden behandeld. De rechter kan beslissen dat een zitting niet nodig is, maar meestal zal de zaak worden behandeld op zitting. Dat wil zeggen dat partijen worden uitgenodigd dan wel opgeroepen om de zaak mondeling toe te lichten. Over het algemeen vindt de zitting plaats binnen drie maanden na het indienen van het beroepschrift. De rechter zal eveneens bekijken of de zaak zich leent voor mediation.
Uiteindelijk doet de rechter uitspraak. De hoofdregel is dat de rechter binnen zes weken na de zitting uitspraak doet. De rechter kan u in het gelijk stellen en uw beroep gegrond verklaren. In dat geval kan de rechter het bestuursorgaan de opdracht geven om het bezwaar opnieuw te behandelen en een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak van de rechter. Evenwel kan de rechter ook beslissen dat het besluit van het bestuursorgaan wordt vernietigd, maar dat de rechtsgevolgen van het besluit in stand blijven of de rechter kan zelf een nieuw besluit nemen. Eventueel komt u nog in aanmerking voor een schadevergoeding. Echter, de rechter kan u ook in het ongelijk stellen en oordelen dat het besluit van het bestuursorgaan gehandhaafd blijft. Bent u het hiermee ook niet eens, kunt u nog in hoger beroep.
Bent u het niet eens met de beslissing op bezwaar, adviseren wij u om u tijdig te laten informeren omtrent de mogelijkheden voor een beroepsprocedure. Heeft u vragen over het bovenstaande of wenst u advies naar aanleiding van een voor u negatieve beslissing op bezwaar, neemt u dan gerust contact op met ons kantoor of loop eens binnen tijdens ons wekelijkse gratis inloopspreekuur.
Geschreven door: Judith van Berlo