Kanaaldijk-Noord 1, 5613 DH, Eindhoven
+31 (0) 40-2452555

Alimentatiefraude

Na een huwelijk kan een van de echtgenoten gehouden zijn om partneralimentatie te betalen aan de andere echtgenoot. Deze partneralimentatiebijdrage is bedoeld voor de kosten van het levensonderhoud van de andere partner en wordt becijferd aan de hand van het welstandsniveau tijdens het huwelijk. Wat nu als er een nieuwe partner in het spel komt aan de zijde van de alimentatieontvanger?

De wet bepaalt hierover dat er een einde komt aan de partneralimentatieverplichting als de ex-partner hertrouwd of gaat samenleven als ware hij of zij gehuwd:

Artikel 1:160 BW

Een verplichting van een gewezen echtgenoot om uit hoofde van echtscheiding levensonderhoud te verschaffen aan de wederpartij, eindigt wanneer deze opnieuw in het huwelijk treedt, een geregistreerd partnerschap aangaat dan wel is gaan samenleven met een ander als waren zij gehuwd of als hadden zij hun partnerschap laten registreren.

Dus ook indien er sprake is van een nieuwe partner waarmee géén huwelijk wordt gesloten kan de partneralimentatieverplichting van de ex-partner vervallen als er sprake is van samenleving. De alimentatieontvanger is gehouden om de alimentatiebetaler daarover te informeren. Als hij of zij dit nalaat wordt dit in de volksmond alimentatiefraude genoemd.

Het bestaan van een huwelijk kan vrij eenvoudig worden gecontroleerd. Samenleving echter niet. Wat is samenleving in de zin van dit wetsartikel en wanneer kan de alimentatiebetaler overgaan tot beëindiging van de partneralimentatiebijdrage indien er geen sprake is van een huwelijk?

In de jurisprudentie is bepaald hoe beoordeeld dient te worden of er sprake is van samenleving. Voor een geslaagd beroep op artikel 1:160 BW dient sprake te zijn van:

  1. een duurzame affectieve relatie;
  2. waarbij sprake is van samenwoning
  3. waarbij sprake is van wederzijdse verzorging
  4. en een gemeenschappelijke huishouding wordt gevoerd.

Daarnaast is in de jurisprudentie bepaald dat een rechter niet zomaar mag aannemen dat er sprake is van samenleving. Omdat het gevolg erg verstrekkend is, namelijk beëindiging van de partneralimentatiebijdrage, mag niet zomaar worden aangenomen door een rechter dat er sprake is van een relatie met samenwoning, wederzijdse verzorging en een gemeenschappelijke huishouding. Er moet dus wel echt iets aan de hand zijn. Alleen uit het feit dat twee geliefden af en toe bij elkaar slapen en samen de rekening delen in een restaurant, kan dus geen samenleving zoals bedoeld in de wet worden afgeleid. Er moet echt sprake zijn van een situatie die gelijk kan worden gesteld aan de relatie tussen echtgenoten.

Wie moet nu bewijzen dat er sprake is van samenleving? De alimentatiebetaler moet bewijzen dat de alimentatieontvanger samenleeft met een nieuwe partner. Het is dus niet zo dat de alimentatieontvanger moet bewijzen dat ze niet samenleeft met een nieuwe partner. De bewijslast rust bij de alimentatiebetaler.

In de praktijk wordt door de alimentatiebetaler vaak een privédetective ingeschakeld om te onderzoeken of er sprake is van een huwelijk of samenleving en dus van alimentatiefraude. Indien een alimentatiegerechtigde daadwerkelijk is hertrouwd of samenleeft met een nieuwe partner kan de partneralimentatiebijdrage worden beëindigd. Stemt een ex-partner niet in, dan kan hiervoor een verzoek worden ingediend bij de rechter. De onderhoudsplichtige heeft hiervoor een advocaat nodig.

 

Related Posts

Houben & van Dijck