Kanaaldijk-Noord 1, 5613 DH, Eindhoven
+31 (0) 40-2452555

Update: Voortduren slapende dienstverbanden in strijd met goed werkgeverschap?

Eerder schreef ik een blog over de discussie die is ontstaan over het in stand houden van slapende dienstverbanden. [https://www.hvdadvocaten.nl/voortduren-slapende-dienstverbanden-in-strijd-met-goed-werkgeverschap/] Hierin heb ik beschreven dat er binnen de rechtspraak verschillend wordt geoordeeld over de vraag of het in stand houden van slapende dienstverbanden in strijd is met het goed werkgeverschap nu werkgevers een compensatie kunnen aanvragen voor de transitievergoeding.

Prejudiciële vragen

Als er sprake is van een geschil dat is ontstaan uit een veelvoorkomend feitencomplex dan kan de lagere rechter een prejudiciële vraag stellen aan de Hoge Raad. Er bestaat in dat geval namelijk een maatschappelijk belang om deze vraag te beantwoorden, zodat deze geschillen in het vervolg op dezelfde manier kunnen worden beslecht.

Kantonrechter Roermond

Nu er zoveel discussie is ontstaan over de vraag of het in stand houden van een slapend dienstverband strijd oplevert met goed werkgeverschap, heeft de rechtbank Roermond gebruik gemaakt van bovengenoemde mogelijkheid en heeft prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad.

Door de kantonrechter zijn kort samengevat de volgende vragen aan de Hoge Raad gesteld:

  1. Is een werkgever, wanneer sprake is van gewijzigde omstandigheden op het werk waardoor de werknemer een redelijk voorstel tot wijziging van de arbeidsovereenkomst doet, verplicht om dit voorstel te aanvaarden?
  2. Indien vraag 1 bevestigend wordt beantwoord, kan een voorstel tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden waarbij de transitievergoeding is beperkt tot het bedrag wat de werkgever gecompenseerd krijgt onder de compensatieregeling worden aangemerkt als een redelijk voorstel?
  3. Indien bovenstaande vragen bevestigend worden beantwoord, kan de situatie dat een werknemer duurzaam arbeidsongeschikt is en er geen zicht is op herstel worden aangemerkt als gewijzigde omstandigheid zoals bedoeld in vraag 1?
  4. Indien bovenstaande vragen ontkennend worden beantwoord, kan de werkgever onder omstandigheden toch gehouden zijn om een voorstel tot beëindiging met wederzijds goedvinden te aanvaarden?

Op dit moment is het nog afwachten hoe de Hoge Raad bovenstaande vragen zal beantwoorden. Uiteraard houden wij u op de hoogte.

Related Posts

Houben & van Dijck