Kanaaldijk-Noord 1, 5613 DH, Eindhoven
+31 (0) 40-2452555

Voortduren slapende dienstverbanden in strijd met goed werkgeverschap?

Na twee jaar arbeidsongeschiktheid geldt het opzegverbod niet meer en mag de werkgever de werknemer ontslaan. Veel werkgevers kiezen er echter voor om zieke werknemers niet te ontslaan, maar laten deze arbeidsovereenkomsten voortduren. Dit worden slapende dienstverbanden genoemd. Werkgevers kiezen hiervoor, omdat zij na twee jaar ziekte geen verplichting meer hebben om het loon van de zieke werknemer door te betalen. Daarnaast zijn zij wel verplicht om de werknemer een transitievergoeding te betalen wanneer zij de arbeidsovereenkomst beëindigen.

Wet compensatie transitievergoeding

Om het aantal slapende dienstverbanden te verminderen is de Wet compensatie transitievergoedingen aangenomen. Deze wet treedt in werking op 1 april 2020. Op grond van deze wet kunnen werkgevers een compensatie aanvragen voor een transitievergoeding die zij hebben betaald voor het beëindigen van een dienstverband na twee jaar arbeidsongeschiktheid. Hoewel de wet pas op 1 april 2020 in werking treedt, kan per die datum met terugwerkende kracht compensatie worden aangevraagd voor transitievergoedingen die zijn betaald voor inwerkingtreding van de wet, maar na 1 juli 2015.

Met de invoering van deze wet is de discussie ontstaan of werkgevers verplicht kunnen worden om de arbeidsovereenkomst met een arbeidsongeschikte werknemer te ontbinden. Recent zijn in dit kader uiteenlopende uitspraken verschenen.

Strijd met goed werkgeverschap

Zo was het Scheidsgerecht gezondheidszorg van mening dat een werkgever op grond van goed werkgeverschap onder omstandigheden verplicht kan zijn om tot beëindiging van het slapende dienstverband over te gaan. In dit geval was de werknemer ernstig ziek en had nog maar kort te leven. De werkgever had geen enkel belang bij het laten voortduren van de arbeidsovereenkomst behalve het voorkomen dat zij een transitievergoeding moet betalen. Als dit al een honorabel belang is geweest, is het Scheidsgerecht van mening dat dit door de invoering van de Wet compensatie transitievergoeding niet langer het geval is. De werkgever krijgt de transitievergoeding immers volledig vergoed.

Ook de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag was van mening dat het in stand laten van een slapend dienstverband strijd kan opleveren met goed werkgeverschap. De voorzieningenrechter is van oordeel dat door de komst van de Wet compensatie transitievergoeding en de uitdrukkelijke bedoeling van de wetgever hierbij het niet langer vol te houden is dat het in stand laten van een slapend dienstverband geen strijd op kan leveren met goed werkgeverschap. De vraag of er sprake is van strijd met goed werkgeverschap is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. In deze zaak ging het om een zieke werkneemster zonder enig zicht op een kans dat de werkneemster alsnog werkzaamheden zal gaan verrichten voor werkgever. Daar kwam nog bij dat werkneemster de functie bekleedde van statutair directeur. Als gevolg van haar ontslag als statutair directeur is de arbeidsovereenkomst feitelijk een lege huls geworden. De werkgever heeft daartegenover enkel een financieel belang om de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De werkgever werd daarom veroordeeld tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de verplichting om de transitievergoeding te betalen.

Géén strijd met goed werkgeverschap

Zowel de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel, als twee kantonrechters van de Rechtbank Limburg delen deze mening echter niet. Ook zij moesten zich recent buigen over de vraag of de werkgever verplicht kon worden tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

Alle drie de kantonrechters komen tot het oordeel dat er met de invoering van de Wet compensatie transitievergoeding geen wettelijke verplichting voor werkgevers is ontstaan om een slapend dienstverband te beëindigen. Dit blijft de keuzevrijheid van werkgever. Daarbij merken de kantonrechters op dat de werkgevers de transitievergoeding pas vanaf april 2020 kunnen terugvragen. Hierdoor moeten zij aanzienlijke bedragen voorschieten. Bovendien wordt de compensatie gefinancierd vanuit het Algemeen werkloosheidsfonds. Dit fonds wordt gefinancierd uit werkgeverspremies, hierdoor wordt de compensatie deels door de werkgever zelf betaald. Dit brengt met zich mee dat de werkgevers wel degelijk een belang hebben bij het laten voortduren van een slapend dienstverband.

Conclusie

Al met al is er nog veel discussie over de vraag of het laten voortduren van een slapend dienstverband in strijd is met goed werkgeverschap. Bovendien is de beantwoording van deze vraag sterk afhankelijk van de omstandigheden van het geval. De verwachting is dan ook dat er nog veel jurisprudentie zal verschijnen over deze vraag.

Heeft u vragen over een slapend dienstverband? Neem dan gerust contact met ons op. Wij helpen u graag verder.

Related Posts

Houben & van Dijck